Jeremia 25:34
Gods Oordeel over Juda en de Naties
Jeremia 25:34
Huilt, gij herders! en schreeuwt, en wentelt u in de as, gij heerlijken van de kudde! want uw dagen zijn vervuld, dat men slachten zal, en van uw verstrooiingen, dan zult gij vervallen als een kostelijk vat.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Jeremia 25:33
En de verslagenen des HEEREN zullen te dien dage liggen van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde; zij zullen niet beklaagd, noch opgenomen, noch begraven worden; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn.
Volgend Vers
Jeremia 25:35
En de vlucht zal vergaan van de herders, en de ontkoming van de heerlijken der kudde.