Lees Volledig Hoofdstuk
Want Ik heb de vermoeide ziel dronken gemaakt, en Ik heb alle treurige ziel vervuld.
En Juda, mitsgaders al zijn steden, zullen te zamen daarin wonen; de akkerlieden, en die met de kudde reizen.
(Hierop ontwaakte ik, en zag toe, en mijn slaap was mij zoet.)