Jeremia 36:19
De Oproep van de Schrijver en de Onwetendheid van de Koning
Jeremia 36:19
Toen zeiden de vorsten tot Baruch: Ga henen, verberg u, gij en Jeremia; en niemand wete, waar gijlieden zijt.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Jeremia 36:18
En Baruch zeide tot hen: Uit zijn mond las hij tot mij al deze woorden, en ik schreef ze met inkt in dit boek.
Volgend Vers
Jeremia 36:20
Zij dan gingen in tot den koning in het voorhof; maar de rol legden zij weg in de kamer van Elisama, den schrijver; en zij verklaarden al die woorden voor de oren des konings.