Lees Volledig Hoofdstuk
Als zijn genoegzaamheid zal vol zijn, zal hem bang zijn; alle hand des ellendigen zal over hem komen.
Er zal niets overig zijn, dat hij ete; daarom zal hij niet wachten naar zijn goed.
Er zij wat om zijn buik te vullen; God zal over hem de hitte Zijns toorns zenden, en over hem regenen op zijn spijze.