Lees Volledig Hoofdstuk
Wanneer ik zeg: Mijn bedstede zal mij vertroosten, mijn leger zal van mijn klacht wat wegnemen;
Ben ik dan een zee, of walvis, dat Gij om mij wachten zet?
Dan ontzet Gij mij met dromen, en door gezichten verschrikt Gij mij;