Lees Volledig Hoofdstuk
Dan ontzet Gij mij met dromen, en door gezichten verschrikt Gij mij;
Wanneer ik zeg: Mijn bedstede zal mij vertroosten, mijn leger zal van mijn klacht wat wegnemen;
Zodat mijn ziel de verworging kiest; den dood meer dan mijn beenderen.