Lees Volledig Hoofdstuk
En het zal geschieden, dat Ik u zal doen, gelijk als Ik hun dacht te doen.
Maar indien gij de inwoners des lands niet voor uw aangezicht uit de bezitting zult verdrijven, zo zal het geschieden, dat, die gij van hen zult laten overblijven, tot doornen zullen zijn in uw ogen, en tot prikkelen in uw zijden, en u zullen benauwen op het land, waarin gij woont.