Lees Volledig Hoofdstuk
Want Uw knechten hebben een welgevallen aan haar stenen, en hebben medelijden met haar gruis.
Gij zult opstaan, Gij zult U ontfermen over Sion, want de tijd om haar genadig te zijn, want de bestemde tijd is gekomen.
Dan zullen de heidenen den Naam des HEEREN vrezen, en alle koningen der aarde Uw heerlijkheid.