Lees Volledig Hoofdstuk
Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij rekt den hemel uit als een gordijn.
Loof den HEERE, mijn ziel! O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid.
Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt.