Lees Volledig Hoofdstuk
Nam ik vleugelen des dageraads, woonde ik aan het uiterste der zee;
Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie, Gij zijt daar.
Ook daar zou Uw hand mij geleiden, en Uw rechterhand zou mij houden.