Lees Volledig Hoofdstuk
Wie zal klimmen op den berg des HEEREN, en wie zal staan in de plaats Zijner heiligheid?
Want Hij heeft ze gegrond op de zeeen, en heeft ze gevestigd op de rivieren.
Die rein van handen, en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert;