Lees Volledig Hoofdstuk
Den gansen dag ontfermt hij zich, en leent; en zijn zaad is tot zegening.
Nun. Ik ben jong geweest, ook ben ik oud geworden, maar heb niet gezien den rechtvaardige verlaten, noch zijn zaad zoekende brood.
Samech. Wijk af van het kwade, en doe het goede, en woon in eeuwigheid.