Lees Volledig Hoofdstuk
Want mijn darmen zijn vol van een verachtelijke plage, en er is niets geheels in mijn vlees.
Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart.
Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.