Lees Volledig Hoofdstuk
En nu, wat verwacht ik, o HEERE! Mijn hoop, die is op U.
Immers wandelt de mens als in een beeld, immers woelen zij ijdelijk; men brengt bijeen, en men weet niet, wie het naar zich nemen zal.
Verlos mij van al mijn overtredingen; en stel mij niet tot een smaad des dwazen.