Lees Volledig Hoofdstuk
Den gansen dag verdraaien zij mijn woorden; al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade.
In God zal ik Zijn woord prijzen; ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zoude mij vlees doen?
Zij rotten samen, zij versteken zich, zij passen op mijn hielen; als die op mijn ziel wachten.