Lees Volledig Hoofdstuk
Want Gij zijt mij een Toevlucht geweest, een sterke Toren voor den vijand.
Van het einde des lands roep ik tot U als mijn hart overstelpt is; leid mij op een rotssteen, die mij te hoog zou zijn.
Ik zal in Uw hut verkeren in eeuwigheden; ik zal mijn toevlucht nemen in het verborgene Uwer vleugelen. Sela.