Lees Volledig Hoofdstuk
Uw God heeft uw sterkte geboden; sterk, o God, wat Gij aan ons gewrocht hebt!
Daar is Benjamin de kleine, die over hen heerste, de vorsten van Juda, met hun vergadering, de vorsten van Zebulon, de vorsten van Nafthali.
Om Uws tempels wil te Jeruzalem, zullen U de koningen geschenk toebrengen.