Lees Volledig Hoofdstuk
Ik zal de daden des HEEREN gedenken; ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds her;
Daarna zeide ik: Dit krenkt mij; maar de rechterhand des Allerhoogsten verandert.
En zal al Uw werken betrachten, en van Uw daden spreken.