Lees Volledig Hoofdstuk
Want mijn ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf.
Laat mijn gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei.
Ik ben gerekend met degenen, die in de kuil nederdalen; ik ben geworden als een man, die krachteloos is;