Lees Volledig Hoofdstuk
Zij zullen u op de handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot.
Want Hij zal Zijn engelen van u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen.
Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw en den draak vertreden.