Lees Volledig Hoofdstuk
Want ik ben ellendig en nooddruftig, en mijn hart is in het binnenste van mij doorwond.
Maar Gij, o HEERE Heere! maak het met mij om Uws Naams wil; dewijl Uw goedertierenheid goed is, verlos mij.
Ik ga heen gelijk een schaduw, wanneer zij zich neigt; ik worde omgedreven als een sprinkhaan.