Lees Volledig Hoofdstuk
Mijn knieen struikelen van vasten, en mijn vlees is vermagerd, zodat er geen vet aan is.
Ik ga heen gelijk een schaduw, wanneer zij zich neigt; ik worde omgedreven als een sprinkhaan.
Nog ben ik hun een smaad; als zij mij zien, zo schudden zij hun hoofd.