Lees Volledig Hoofdstuk
Want om Uwentwil draag ik versmaadheid; schande heeft mijn aangezicht bedekt.
Laat hen door mij niet beschaamd worden, die U verwachten, o Heere, HEERE der heirscharen, laat hen door mij niet te schande worden, die U zoeken, o God Israels!
Ik ben mijn broederen vreemd geworden, en onbekend aan mijner moeders kinderen.