Lees Volledig Hoofdstuk
Gij zult mij leiden door Uw raad; en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen.
Ik zal dan geduriglijk bij U zijn; Gij hebt mijn rechterhand gevat;
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!